–LEVENSEINDE

Ik woon in een wooncomplex met sociale huurwoningen voor senioren. Het verloop onder de huurders is er groot onder andere vanwege de vergrijzing. Bewoners overlijden, of moeten op grond van een medische indicatie naar een verzorgingshuis waardoor een partner alleen achterblijft. Vaak is die dan aangewezen op ondersteuning vanuit het netwerk dat hij of zij heeft zoals familie, buren of mantelzorgers. Als er meer ondersteuning nodig is, kan iemand op grond van een medische indicatie in aanmerking komen voor zorg vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) of de Wet langdurige zorg (WLZ). Er zijn ook zorgmijders en voor zorgprofessionals en buren is het vaak lastig om contact te maken met deze categorie burgers. Volgens de informatieve website Zorg en Welzijn lijden zij vaak een teruggetrokken bestaan, wat hen een gevoel van veiligheid geeft dat lastig te doorbreken is. Bron: Dossier: zorgmijders en onbegrepen gedrag beter leren begrijpen – Zorg+Welzijn.

In 2023 werden we als bewoners geconfronteerd met een bewoner die dood gevonden werd in zijn appartement. Diezelfde dag kwam een andere bewoonster met haar e-bike voor het gebouw ten val en had dringend medische hulp nodig had. Ondanks aandringen van het ambulancepersoneel en een arts weigerde ze om voor onderzoek naar het ziekenhuis te gaan. Het overlijdensgeval werd goed afgewikkeld door de politie, familie en de woningcorporatie. Bij de vrouw kwam de vraag aan de orde of de dwangwetgeving kon worden toegepast. Dat bleek een uiterst moeilijk traject te zijn. Ik schreef er een publicatie over die in juli 2023 werd geplaatst in het Nederlands Juristenblad  zie de publicatie op mijn website met link naar het Nederlands Juristenblad Dwangwetgeving GGZ | Jaap Spaans

Wat veel medebewoners stoorde was dat er vanuit de politie en andere organisaties amper communicatie was over de toestand van de vermoedelijk demente vrouw. Uit de langdurige aanwezigheid van en gevoerde gesprekken door politiepersoneel, professionals en andere betrokkenen in het trappenhuis, kon wel worden opgemaakt dat de situatie ernstig moest zijn. Er kon geen dwang worden toegepast en de vrouw overleed uiteindelijk na enige dagen in haar woning. De vragen onder medebewoners bleven. Pas een jaar later en na het lezen van veel informatie rond het onderwerp levenseinde, kan ik de terughoudendheid bij de informatieverstrekking van de politie en de woningcorporatie wel plaatsen. Privacy en medische zorgvuldigheid zijn belangrijk in onze samenleving en dat is volkomen terecht. Soms moeten er echter moeilijke medische en juridische afwegingen worden gemaakt als iemand tegen zijn of haar wil moet worden opgenomen. Door het overheidsbeleid gericht op langer zelfstandig blijven wonen, is het goed om als samenleving ook op dit complexe onderwerp een visie te ontwikkelen. Foto ambulance met zwaailicht Jaap Spaans.

Levenseinde: een gevoelig onderwerp

Bij het volgende stel ik nadrukkelijk dat ik weliswaar een politieachtergrond heb, maar geen zorgprofessional ben. ‘Levenseinde’ is terecht een uitermate gevoelig onderwerp. In ons land kennen we onder andere de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Euthanasiewet) en het Wetboek van Strafrecht. Bij euthanasie moet een strenge procedure worden gevolgd, waarbij diverse medici moeten worden geraadpleegd alvorens er een beslissing kan worden genomen. Er moet een vrijwillig en weloverwogen verzoek van de patiënt zijn. Hulp bij of aanzetten tot zelfdoding zonder inachtneming van de voorwaarden is strafbaar gesteld in artikel 294 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht. Daarnaast zijn er palliatieve zorg in de laatste levensfase bij ongeneeslijke ziektes in de eindfase en palliatieve sedatie als de zieke zich in de stervensfase bevindt. Levenseinde door doodslag, dood door schuld of moord is in het bestek van deze publicatie buiten beschouwing gelaten. Beslissingen mogen alleen door een arts worden genomen, al dan niet na overleg met collega-artsen en of verpleegkundigen. Als een ernstige terminale zieke die zorg mijdt weigert nog te eten of te drinken (versterving) kan er een complexe situatie ontstaan, zoals bij de aangehaalde praktijksituatie waarschijnlijk het geval was. Hulp aanbieden in het kader van goed nabuurschap werkt of kan niet in zo’n situatie en dat vonden buren moeilijk. Bij levensbeëindiging kunnen de grenzen van wat wel of niet is toegestaan zo dicht bij elkaar liggen, dat keuzes moeilijk zijn. Ik denk dat dit medisch-juridische dilemma en de complexiteit ervan in de praktijksituatie die ik beschreef, de informatievoorziening naar de directe omgeving sterk heeft beïnvloed. Door de toenemende vergrijzing en de druk op het zorgstelsel, zal de samenleving vaker te maken krijgen met dergelijke situaties en zwaarwegende dilemma’s. Gelukkig zijn er genoeg organisaties, overheden en levensbeschouwelijke instellingen die trachten dit gevoelige onderwerp, dat te maken heeft met leven en dood, bespreekbaar te maken. Deskundigheid en voorzichtigheid is echter wel geboden besef ik ruim een jaar na dato. Voor betrokkenen kan het belangrijk zijn eventuele wensen voor levensbeëindiging en de uitvaart schriftelijk dan wel via een notaris vast te leggen.